Sultans of spin: de anti-tabaksbeweging en de casus Dalli

Brussel stond vorige week op zijn kop: onverwachts kondigde de Maltese Eurocommissaris John Dalli zijn aftreden aan. Daarna ging de beerput open. Hij is verdachte in een corruptiezaak. Een Zweedse tabaksproducent bracht het balletje aan het rollen. Toch rust een week later in de media de verdenking op de tabaksindustrie. Berichtte de NOS vorige week nog dat de Maltees opstapte naar een aanleiding van een klacht ván de producent, gisteren had het aftreden opeens te maken “met een fraudezaak bij een Zweedse tabaksproducent” – een subtiel, maar verstrekkend verschil. Wie orkestreerde deze draai?

John Dalli werkte als Eurocommissaris voor gezondheid en consumentenbeleid tot zijn aftreden vorige week onder andere aan een nieuwe Tobacco Products Directive (TPD). De Maltees is rabiaat anti-tabaksindustrie. Toch werd tabaksproducent Swedish Match eerder dit jaar benaderd door een Maltese zakenman en bekende van de Eurocommissaris, die in ruil voor een som geld – naar verluidt € 60 miljoen – aanbood om de aanstaande TPD bij te stellen naar de wensen van de Zweedse producent van de zuigtabak ‘snus’. Swedish Match kaartte het voorval aan, waarop het Europese anti-fraudebureau OLAF de zaak in behandeling nam.

OLAF vond geen hard bewijs voor de betrokkenheid van Dalli, maar concludeerde wel dat hij op de hoogte was van het voorval. De Eurocommissaris ontkent categorisch alle aantijgingen, maar trad niettemin af – volgens de persverklaring om zijn reputatie en die van de Commissie zo goed mogelijk te kunnen verdedigen. Daarmee was de kous niet af. Integendeel: dat was het startschot voor een georkestreerd tegenoffensief van de Europese anti-tabaksbeweging.

De zojuist afgetreden Eurocommissaris schreeuwde moord en brand. De tabaksproducent zou hem erin hebben geluisd. Een bruikbaar statement voor het Smoke Free Partnership (SFP), dat met de val van de Eurocommissaris de voortgang van de TDP bedreigd zag. De tabaksindustrie probeert consequent het besluitvormingsproces te ondermijnen, schreef het SFP in een reactie. Impliciet: jawel hoor, nu doen ze het weer. Inclusief een linkje naar een eigen onderzoek over de gedragingen van de industrie. De European Public Health Alliance (EPHA) deed er nog een schepje bovenop: “Commissioner Dalli’s resignation shows how powerful the tobacco industry can be in influencing and undermining decision makers”. EPHA voegde daar – paradoxaal – aan toe dat het voorval schreeuwt om striktere regulering van de Europese lobby. Dat standpunt werd weer dankbaar overgenomen door andere organisaties, zoals ALTER-EU, een pressiegroep die zich hard maakt voor meer transparantie in en regulering van de lobby.

Een weinig overtuigend tegenoffensief. Allereerst omdat de zuigtabak snus een binnen de sector een zeer kleine nichemarkt is: hoezo ‘de’ tabaksindustrie? Maar veel belangrijker: Giovanni Kessler, directeur-generaal van het Europese anti-fraudebureau, wijst de verdachtmakingen van de anti-tabaksbeweging rigoureus van de hand. Niet Swedish Match, maar beide Maltezen zitten fout. De klacht van de Zweedse producent bij de daartoe bestemde autoriteit was de juiste reactie, aldus Kessler tijdens een persconferentie vorige week.

Vechten tegen de bierkaai dus voor SFP en EPHA, zou je denken. Think again. Verschillende Europarlementariërs, waaronder de Nederlandse Kartika Liotard van Europees Verenigd Links, namen de berichtgeving van anti-tabaksbeweging één op één over. “Dalli stapte deze week op nadat hem werd verweten indirecte banden te hebben met de tabaksindustrie”, aldus Liotards partij. En daarmee zijn we terug bij het bericht dat de NOS gisteren publiceerde. ‘De’ tabaksindustrie is fout – ook als het fraude aankaart. De politicus is slachtoffer – ook als hij gedragsregels schendt.

And that’s how you frame it.

 

Neem contact op