‘Het is lastig de juiste balans te vinden tussen een scherpe campagne en een subtiele, genuanceerde lobby.’ Was getekend: Tim Toornvliet, communicatiespecialist bij Bits of Freedom, tijdens de bijeenkomst van Logeion over lobbyen. Samen met Michiel Krijvenaar trakteerde hij de young professionals van de beroepsvereniging op een duo-presentatie. Aanleiding voor Van Belang & Partners om eens door te vragen over de twee gezichten van de lobby van de protagonisten van digitale vrijheid en privacy, die de laatste weken – Snowden, NSA, Prism – zo prominent zijn in de media.
Vorige maand bracht klokkenluider Edward Snowden extreem vertrouwelijke informatie naar buiten over de National Security Agency (NSA), dat met het Prism-programma wereldwijd online communicatie in de gaten houdt. Dat leidde tot een reeks onthullingen, ook in Nederland. Dit weekend schreef de Volkskrant over het gebrek aan controle op alle data die de Nederlandse overheid verzamelt.
Fijn zeker, al die onthullingen?
‘Media weten ons de laatste weken erg goed te vinden. Die gratis publiciteit hebben we nodig om onze boodschap te verspreiden onder een groot publiek. Mensen zijn getriggerd. Ze maken zich zorgen en willen iets doen. Dat zien wij terug in volgers en donaties.
‘Maar het geeft een dubbel gevoel, want het is tegelijk slecht nieuws. We hadden onze vermoedens, maar van deze omvang zijn we absoluut geschrokken. Van de andere kant: het is goed dat het nu naar buiten komt.’
Campagne of lobby?
‘Onze campagnes zijn bijna altijd ondersteunend aan public affairs. Onze kerntaak is beleidsbeïnvloeding. Campagnes gebruiken we voor draagvlak – of soms rumoer. We beïnvloeden de publieke opinie, om via burgers en media druk te zetten.
‘Maar we zijn ook sterk naar buiten gericht, met een groot bereik. Als mensen horen dat we zeven medewerkers in dienst hebben reageren ze vaak verbaasd. Dat beschouw ik als een compliment.’
Hoe ziet die lobby er uit?
‘Dat gaat vaak om wetgeving. We kiezen onze positie en treden dan meteen naar buiten. Afhankelijk van de aantasting van grondrechten en de beïnvloedingsmogelijkheden bepalen we onze strategie – vaak op gevoel. Het zijn specialistische dossiers, dus beleidsmakers en Kamerleden weten óns ook makkelijk te vinden. Onze lobby is vooral informerend. We hebben geen verborgen agenda. Die transparantie is denk ik onze kracht, ook naar onze achterban.’
En dan zit je aan tafel. Wat merk je van de campagne?
‘Als je vroeg met een sterk frame komt, zie je wel eens dat Kamerleden het overnemen. Dat is natuurlijk mooi. Maar soms hebben we juist last van onze campagnes. Onze onderwerpen zijn erg complex. Om campagne te voeren, moet je het versimpelen en in een krachtige boodschap verpakken. We krijgen wel eens van een gesprekspartner het verwijt dat we ongenuanceerd zijn. Of kort door de bocht. Of dat we niet constructief zijn.’
En dan?
‘We zorgen dat campagnes dicht bij de essentie blijven. Dan kun je het altijd uitleggen. Kamerleden begrijpen ook dat je niet alle mitsen en maren in een campagne stopt. Als je het maar kan onderbouwen. Daarnaast stellen we ons constructief op – we komen bijvoorbeeld met alternatieven. Maar er blijft wel eens een deur gesloten. Of dat direct met een campagne te maken heeft weet je niet.’
Neem je iets mee uit de presentatie van Michiel?
‘Het is goed om de structuur van een lobbyist een keer expliciet te zien. Bij ons gaat dat veel op gevoel. Door eerst een scherpe analyse te maken, zie je welke kansen er liggen. Misschien kunnen we inderdaad wel een keer iets samen met Google oppakken.’
Zijn jullie diep van binnen dan toch vooral campaigners?
‘Misschien is activisten een beter woord. We hebben elkaar gevonden door een gedeelde interesse.’