Stilte! Hier wordt gewerkt aan het Nederlands EU-voorzitterschap

Er komt nauwelijks iets naar buiten over de departementale beleidsprioriteiten voor het Nederlandse EU-voorzitterschap dat op 1 januari start. Toch wordt er hard gewerkt aan de agenda.

De ministers en de departementen hebben de afgelopen periode onder de radar hun posities opgebouwd door te zoeken naar meerderheden binnen de Europese Raad. Voor Nederland is het belangrijk om de drie voorgaande voorzitters – Italië, Letland en Luxemburg – en de Europese Commissie aan hun kant te hebben. Wetgevingsprocessen gaan door voorzitterschappen heen, en de vorige voorzitters en de Commissie hebben vaak goed zicht waar bij de andere landen net die extra onderhandelingsruimte zit.

Er wordt in de wandelgangen heel veel afgetast en zo min mogelijk op papier gezet. Wie dat laatste doet loopt het risico dat de andere lidstaten alternatieve teksten aandragen en de discussie alleen nog over punten en komma’s gaat. Daardoor wordt de koek kleiner. Het doel, de verdeling van de koek, kan wachten tot het voorzitterschap. Het is de bedoeling dat als de Ministers aankomende maanden hun agenda’s presenteren er al betrouwbare meerderheden in de Europese Raad zijn.

Stakeholders

Op de departementen hebben de ambtenaren intensief contact met alle stakeholders. Zij zoeken nadrukkelijk het contact omdat ze ook een belang vertegenwoordigen en relevante kennis in huis hebben. Dit zijn echt niet alleen ‘klassieke’ organisaties als VNO-NCW en vakbonden, maar juist ook kleinere branche- en belangenorganisaties, zoals patiëntenorganisaties, die vaak veel kennis en soft power hebben over specifieke onderwerpen.

In aanloop naar het voorzitterschap weten ook de Europese koepelorganisaties de weg naar Den Haag te vinden. Alleen door continu contact te hebben met alle belanghebbenden zijn de departementen in staat om een goed overzicht te hebben van alle belangen. Zo kunnen zij de minister goed adviseren over wat haalbaar is en wat niet. Of welke issues op de formele agenda moeten en welke beter buiten de openbaarheid kunnen blijven.

De Ministers en de departementen weten intern heel goed wat ze willen bereiken en hebben de afgelopen periode onder de radar hun posities opgebouwd. Toch is er meer bekend dan op het eerste gezicht lijkt.

Neem contact op