Het hangt overal in de lucht: van burgers die zelf energieproducent worden tot het Europese verzet tegen internetcensuur. Het ontkiemt lokaal, maar slecht alle grenzen die het tegenkomt. Grassroots ontstaat spontaan, komt van onderop en heeft een activistisch randje. Grassroots slecht alle grenzen die het tegenkomt. Roel van den Tillaart bericht over de uiteenlopende toepassingen.
Ed Grefe, ‘professor grassroots’ aan de George Washington University, kent de geschiedenis van grassroots als geen ander: ‘Het bestaat al langer dan een eeuw. Deze beweging ontstond tijdens het Amerikaanse politieke debat van de jaren tien van de twintigste eeuw – vóór de invoering van het algemeen kiesrecht.’ Volgens Grefe – zelf betrokken bij vele corporate en politieke campagnes – rukt de campagne van onderop op, ten koste van de traditionele campagne via de massamedia. Van onderop wil zeggen: met lokale netwerken, gemobiliseerd rondom een issue.
Wapenverbod
Bij ieder issue, doceert de professor, is op voorhand 80 tot 90 procent van de mensen niet voor of tegen. Die mensen kun je voor je standpunt winnen. Je kunt ze ook mobiliseren. Zorgen dat zij voor jou anderen overtuigen. Dat moet van onderop. Want die 80 tot 90 procent is allesbehalve een homogene groep. Die reageert niet op één boodschap, toegediend via radio of televisie. Kijk naar de National Rifle Association. In de jaren tachtig was dit een platte belangenorganisatie voor wapengekken, nu is het een burgerrechtenbeweging – met ruim vier miljoen leden en tientallen miljoenen sympathisanten, die ervan overtuigd zijn dat een wapenverbod aan hun vrijheid tornt. Kijk ook naar Obama. Hij voerde campagne van onderop. Zijn campagnegeld stak hij vooral in internet en mankracht in plaats van reclamespotjes. Het resultaat is bekend: hij versloeg zijn opponenten McCain Romney met gemak. ‘Iedere grassroots-vrijwilliger had het gevoel dat hij onderdeel uitmaakte van een historische missie,’ memoreerde Thijs Niemantsverdriet in Vrij Nederland na Obama’s eerste campagne.
Broodfondsen
In Nederland is grassroots minder politiek dan in Amerika. Buurtbewoners die een buurthuis overnemen bijvoorbeeld, zoals in Utrecht. Of een bibliotheek, zoals in Vierlingen. Ondernemers richten ‘Broodfondsen’ op en wereldverbeteraars starten nieuwe voedselketens op. Het praktische optimisme – think global, act local – resoneert vooral de vervreemding tussen burger en instellingen. Van bank, verzekeraar of welke dan ook tot aan die van het Binnenhof.
Wie beter wil begrijpen wat de potentie is van grassroots moet de straat op. In Spijkenisse bijvoorbeeld, waar Geert Wilders onlangs zijn verzetstoer begon. Wie net als de PVV iets van het huidige kabinet vindt, mag meemarcheren naar Prinsjesdag – ‘change’, maar dan op zijn Wilders’, populistische retoriek met een flinke scheut vilein sarcasme. (Overigens zonder iets van een organisatie.)
Ook politici ontdekken de kracht van grassroots en claimen het idee. Het is de opstanding van het maatschappelijke middenveld, menen christendemocraten. Nee, het is de jongste spruit uit de familie van de sociale bewegingen, zegt progressief links. Dit heeft te maken met terugtredende autoriteiten, repliceren liberalen. Maar met politieke overtuiging heeft het weinig te maken. Enkel met mobiliseren en organiseren. Sterker: volgens Arnoud Lagendijk, hoogleraar economische geografie aan de Radboud Universiteit, zijn ‘mythevorming en obsessie’ dooddoeners voor de grassroots-beweging. Zoals bij de Daklozenkrant. Verkoop werd een doel op zich, waardoor de aandacht voor de daklozenproblematiek, waar het om te doen was geweest, wegebde. Linksom of rechtsom, grassroots is vertrouwen op de eigen kracht van mensen. Loslaten en ruimte geven.
De burger komt
Dit merkte ook de Rotterdamse D66-fractie en D66-Europarlementariër Marietje Schaken. Zij kanaliseerde het spontane verzet tegen de Anti-Counterfeiting Trade Agreement (acta) – tegen de internetcensuur. Ze maakte ‘actavisten’ bekend met Europese beleidsprocessen, filterde de discussie en organiseerde een hoorzitting. Daardoor stond ze regelmatig in de spotlights, met in haar kielzog een grote schare sympathisanten die ook nog kennis meebrachten. ‘Wie niet bang is een beetje controle uit handen te geven, wint een heleboel,’ schreef ze er later over. Nederland heeft – nog? – geen Tea Party of Obama. Maar de burger komt. Niet van links, niet van rechts, zelfs niet recht door het midden. De burger komt van onder ■
5x Grassroots in Nederland:
- Het Stadsinitiatief (idee van raadslid Jos Verveen) geeft iedere Rotterdammer de kans zijn idee te pitchen. Alle Rotterdammers mogen vervolgens stemmen. Deelnemers profiteren van de politieke en media-aandacht, ook als zij niet winnen en bouwen zo mee aan hun eigen stad.
- Grunneger Power is een coöperatie die duurzaam energie produceert en zich inzet voor de gemeenschap. Met een ‘doe-tank’ houden zij het vuurtje brandend.
- Stadslandbouwers vormen gebouwen om tot kassen en kwekerijen. Zij vinden elkaar bijvoorbeeld bij Eetbaar Rotterdam of het Haagse Foodscape Schilderwijk. Behalve duurzaam is het ook sociaal, met oogstfeesten en buurtbarbecues.
- Met ‘Broodfondsen’ organiseren ondernemers hun eigen sociale verzekeringen. Lokaal georganiseerd, landelijk verenigd in een coöperatie: samen een potje bouwen, waarmee je een zieke collega uit de brand helpt.
- Hack de Overheid hackte in 2012 de Tweede Kamer – op uitnodiging van Kamervoorzitter Gerdi Verbeet. Dit ‘filantropisch kraken’ leidt tot nieuwe toepassingen, zoals de zoekmachine Open KvK, met gratis gegevens van de Kamer van Koophandel, Buienradar en Funda.
Dit is een samenvatting van een artikel dat in april 2013 verscheen in Democraat, het ledenmagazine van D66.